Corvette C5R-006
Race Art is een team met een heuse racegeschiedenis en die wordt nog het meest belichaamd door de schitterende Corvette C5.R uit 2002 die in de ateliers van het team staat te schitteren. Deze GT1 is één van iconen uit de GT-racerij en staat in zijn originele livery in het atelier van het Nederlandse team dat de afgelopen seizoenen zo succesvol was in de Supercar Challenge.
De American Le Mans Series, het is een naam als een klok voor autosportliefhebbers. In de hoogdagen van dit Noord-Amerikaanse uithoudingskampioenschap reden de prototypes van Audi, Panoz en Porsche in dezelfde races als de GT1’s van Corvette, Viper en andere Ferrari en dat in legendarische wedstrijden als Sebring, Petit Le Mans of Laguna Seca. In 2002, 2003 en 2005 waren die races het jachtterrein van de Corvette C5.R GT1 met chassisnummer 006. De Corvette was één van die iconen uit Detroit die vandaag aan zijn derde generatie in de uithoudingsracerij toe is. De Corvette C5.R maakte zijn debuut in 1999 en 11 van deze auto’s zouden in de ateliers van Pratt & Miller worden gebouwd om overal ter wereld prijzen in de wacht te slepen.
Stukje racegeschiedenis op Nederlandse bodem
De wagen heeft er autosportgeschiedenis opzitten in zowel de VS als Europa en racete in zijn laatste actieve jaren in de Supercar Challenge, vooral op Nederlandse en Belgische bodem. Eigenaar Roger Grouwels is terecht trots op zijn ‘Amerikaan’ en vertelt met veel passie over de competitiehistoriek van de auto:
“De wagen dateert uit november 2001 en het jaar erop is er door het officiële team van Corvette met onze auto geracet. De wagen staat nu ook weer in de de livery zoals hij tijdens de finale van de American Le Mans Series in dat seizoen reed. In 2002, 2003 en 2005 racete hij in de ALMS, eerst als fabriekswagen, later als enige privé Corvette ooit in de American Le Mans Series. In 2006 was de wagen actief in de Franse GT, de Europese Le Mans Series en de FIA GT. Eind 2011 is de Corvette gekocht door Pieter Dubois, de man van Carworld Motorsport en dat van het Belgische team PSI, dat de auto in Europa liet rijden. In 2012 zagen we de wagen in de Supercar Challenge, voor het toen net opgerichte Team RaceArt. Ik heb de auto ten slotte einde 2012 overgenomen en heb er in 2013 heel het seizoen mee gereden. Met deze wagen heb ik overigens mijn eerste algemene overwinning in de Supercar Challenge behaald uit mijn carrière. Het is een bijzondere auto waar ik nog altijd met plezier aan terugdenk.”
De restauratie: een intens verhaal
“Put through the wringer” is een understatement voor een auto die meer dan 80 keer in meer dan 9 seizoenen reed. Gelet op zijn geschiedenis besloot Team Race Art dat de auto het best bewaard zou blijven door haar volledig te reviseren. Het werk werd gedaan onder leiding van Marwin Moonen van Team RaceArt. "De auto had de laatste jaren niet echt meer het onderhoud volgens het boekje gehad... Een heleboel onderdelen waren simpelweg versleten. We besloten om de auto volledig uit elkaar te schroeven en te inspecteren. Alles op de mechanische kant is nieuw of gerebuild, inclusief de volledige aandrijflijn en wielophanging. Ook zijn er reserveonderdelen voor vrijwel elk component, inclusief de carrosseriedelen en de motor. Wij willen de auto het liefst verkopen als een compleet pakket aan een verzamelaar die de waarde ervan ziet en zal genieten van het racen op historische evenementen in de VS bijvoorbeeld."
Het chassis is ondertussen geheel gecheckt en gerestaureerd. Vervolgens is het chassis geheel opnieuw gespoten. Het werk is zeer grondig uitgevoerd en omvat onder meer nieuw plaatwerk (cockpit tunnel, achterwand, tankafscherming), nieuw isolatiemateriaal, naast het vervangen van alle olie-, benzine- en remleidingen. Ook de kabelbomen hebben een grondige inspectie ondergaan, iets wat ook geldt voor de subframes en de ophangingsonderdelen.
Verder zijn ook de lagers en alle kogelgewrichten vervangen en kreeg de versnellingsbak – een sequentiële 6-versnellingsbak van Hewland - een meer dan volledige revisie: zo werd een nieuwe behuizing gemonteerd, een nieuw kroonwiel en pignon aangebracht, naast nieuwe lagers. Ook de koppeling, de aandrijfas en de steekassen zijn nieuw. Last but not least zijn de benzinetanks en benzinepompen nieuw en de ECU werd gecheckt en de batterijen vervangen bij Bosch. Ook het hart van de wagen, de prachtige 7-liter V8, is nieuw gebouwd door Katech in Amerika en geschikt gemaakt om zonder restrictors te rijden. Zo heeft de wagen een goede 650 paarden onder de Amerikaanse motorkap. Ook alle veiligheidselementen zijn aangepast aan de meest moderne eisen, waaronder de gordels, de brandblusser en de racekuip.
Uiteraard is de look mede belangrijk aan een dergelijke historische racewagen en daarom werd er gekozen voor een speciale livery, degene die enkel en alleen in Petit Le Mans 2002 werd gebruikt, de finale van de American Le Mans Series van dat jaar. Die livery was ontworpen voor het 50-jarige jubileum van Corvette.
terug naar overzicht